Vier tips voor het renderen van animaties in Enscape

Er zijn verschillende manieren om je ontwerpen te visualiseren en met Enscape maak je alle verschillende soorten visualisaties simpelweg op één plek. Je maakt renders, walkthrough video renderings, VR-scènes en zelfs panorama's. 

In dit artikel overlopen we hoe je animaties in Enscape maakt, aanpast en exporteert. Dit proces is hetzelfde voor alle ondersteunde modelleersoftware (Vectorworks, Revit, SketchUp, Archicad en Rhino).

Animaties renderen in Enscape

Start met naar je visuele-instellingen te kijken. Vervolgens zijn er verschillende stappen die je moet nemen om prachtige animaties te maken van je architectuur- en ontwerpprojecten. Je kan het Enscape 3.1 Sample Project downloaden en zo makkelijk volgen.

1. Renderingskwaliteit en uitvoerinstellingen

Eén van de belangrijke onderdelen van dit proces is dat je de renderingskwaliteit en uitvoerinstellingen aanpast aan je behoeften. Zet de renderingskwaliteit bijvoorbeeld op Extra hoog als je high-end animaties wilt maken.

Vervolgens stel je de beeldverhouding van je video bij. Als je de animatie op Instagram of LinkedIn wilt plaatsen, geef je de gepaste beeldverhouding op in het tabblad Uitvoer van het venster Visuele instellingen.

Als je de verhouding aanpast, zie je geen onmiddellijk verschil in Enscape. Om het werkelijke frame of Renderbereik te kunnen zien, activeer je de Renderbereik-optie rechtsboven in het Enscape-venster (zie het icoontje met de oranje achtergrond hieronder geselecteerd).

Een andere instelling is de Compressiekwaliteit. Deze parameter heeft invloed op de uiteindelijke bestandsgrootte. Enscape raadt aan hier de instelling 'Maximum' aan te houden. Als je hoger gaat (Zonder verlies), krijg je een reeks individuele PNG-afbeeldingen. Je kan ook lager gaan om de grootte van het resulterende videobestand te verminderen, maar Enscape exporteert naar MP4, dus je krijgt standaard een zeer hoge kwaliteit in combinatie met een kleine bestandsgrootte.

Last but not least, de Frames per seconde (FPS) van je animatie. Dit hangt eigenlijk af van je behoeften. Wil je een filmische animatie, dan kies je best voor 30 FPS. Wil je eerder een vloeiende video, ga dan voor 60 FPS. Hogere FPS-nummers worden vrijwel alleen gebruikt als je ze achteraf in bewerkingssoftware aanpast om slow motions te maken.

2. Werken met de nieuwe Enscape video-editor

In elke vorm van animatie is één van de belangrijkste onderdelen keyframes, maar laten we eerst begrijpen wat het precies is. Een keyframe in animatie en film is een tekening of een shot die het begin- en eindpunt van een vloeiende overgang definieert. Voor de meest eenvoudige scène en animatie heb je dus tenminste twee keyframes nodig om je camerabewegingspad te kunnen specificeren. Klik op één van deze twee plustekens om keyframes te maken in Enscape.

Voordat je een keyframe maakt, stel je best je camera goed in en maak je een startpunt. Als je een keyframe maakt, voegt Enscape twee dingen toe aan de interface.

1. het keyframe symbool in je tijdlijn (▷,◇ of ◁)
2. het camerasymbool in je 3D-omgeving.

Dit gebeurt elke keer wanneer je een keyframe maakt.

Op dit moment is er nog geen afspeelknop en ook geen animatie. Zoals eerder vermeld moet je minstens twee keyframes maken. Wanneer je je tweede keyframe maakt, activeer je de afspeelknop. Je hebt nu een pad en je hebt je eerste animatie in Enscape gemaakt.

Een kleine tip: zet gridlijnen aan. Met dit gereedschap krijg je een betere compositie voor je keyframes.

Wanneer je je animatie wilt uitbreiden, moet je meer keyframes maken. In dit voorbeeld werden vijf keyframes gemaakt om een animatie te creëren. Het eindproduct van dit eenvoudige pad zie je hier:

Wat meteen opvalt, is de tijdsafstand tussen de verschillende keyframes niet hetzelfde is. Soms doe je dit met opzet, maar het is beter om er volledige controle over te hebben. Dit komt later nog aan bod. Om een keyframe te bewerken, klik je op het keyframesymbool. Laten we bijvoorbeeld wat aanpassingen maken in het derde keyframe.

Nadat je de instellingen wijzigde, klik je op de knop Bijwerken om de nieuwe instellingen op het keyframe toe te passen. Als je klaar bent met het aanpassen van de instellingen en je wilt je keyframe verlaten, klik je op het Exit-pictogram. Je kan nu vrij in het 3D-model navigeren.

Als je het animatiepad van buitenaf bekijkt, zie je de oranje camera's. Ze vertegenwoordigen elk een keyframe, en dit is nuttig om het videopad te controleren. Zo voorkom je conflicten tussen de camerabeweging en elementen zoals muren.

Als je een conflict opmerkt langs het videopad, selecteer dan het betreffende keyframe en verander de locatie van dat specifieke keyframe om het conflict op te lossen. Of klik gewoon op het pad om een nieuwe keyframe te maken en verander daarvan de locatie.

Een leuke eigenschap van video-animatie in Enscape is dat je meerdere paden in hetzelfde project kan maken. Bovendien kan je ze laden, opslaan en er doorheen navigeren. 

Nu je het vorige pad opsloeg, kan je een nieuw pad maken om andere beelden uit te lichten. Bijvoorbeeld een interieur-animatie. Maak nog nog een keyframe. Nu kan je op play klikken en de preview bekijken. Zoals je misschien merkt, is de standaardsnelheid van de animatie soms niet de meest ideale voor je behoeften. Als je bijvoorbeeld een vloeiende animatie wilt, druk je op ESC op je toetsenbord en verleng je de totale duur van de animatie om een langzamere overgang tussen twee keyframes te krijgen.

Om de tijdstempel van elk keyframe te veranderen, voeg je nog een extra keyframe toe. Om de tijdstempel van het tweede keyframe wijzigen, klik erop en controleer de tijdstempels. Hij stond op 00:08, maar verander hem in 00:04. Eenmaal bijgewerkt, zal je zien dat de bewegingssnelheid tussen het eerste en tweede keyframe sneller is in vergelijking met het tweede en derde.

In de algemene instellingen van je animatie heb je nog twee opties, namelijk "Zachte overgang" en "Wankele camera". De Zachte overgang parameter geeft een soepeler gevoel aan je animatie. Als je de optie Wankele camera inschakelt, geef je een handheld camera gevoel aan je animatie.

3. Keyframing in andere parameters

In Enscape zijn er, naast de plaatsing en de hoek van de camera, nog andere parameters die je kan aanpassen en die invloed hebben op je keyframe om nieuwe scènes en effecten te bereiken. Maak een keyframe en maak er meteen een tweede. Ga in de eerste naar het keyframe gedeelte en daar zie je alle elementen die je kan aanpassen. Deze parameters zijn Tijdstempel, Tijdstip, Brandpunt en Kijkhoek. Zo kan je dus de tijd van de dag aanpassen. In dit voorbeeld werd de eerste ingesteld op 9.30 uur en de tweede op 21.00 uur. Druk op Play en je ziet de overgang tussen dag en nacht.

Bekijk nu de parameter Brandpunt. Maak een eerste keyframe. Om de optie Brandpunt te activeren, ga je naar het venster Visuele instellingen, verhoog je de parameter Scherptediepte en schakel je ook de optie Automatische focus uit.

Maak een tweede keyframe op dezelfde plaats als het eerste om dit stilistische effect te creëren en om de focusverschuiving echt te benadrukken. De parameters voor beide keyframes zijn verschillend. In de eerste stel je het brandpunt in op de bloem aan en in de tweede stel je het brandpunt in op de balk. Druk nu op play en je ziet de prachtige overgang die je met deze eenvoudige techniek maakte.

De volgende parameter die je kan instellen is Kijkhoek. Met deze parameter kan je Zoom In/Out en een dolly zoom effect creëren.

4. Hoe exporteer je je gerenderde animaties

Klik op exporteren om je animatie te exporteren. En pas daar alle instellingen aan volgens je behoeften (we bespraken ze allemaal in het eerste deel).

Klik op OK en geniet dan van je mooie gerenderde Enscape-animatie.

Ben je benieuwd hoe Enscape een boost geeft aan de dagelijkse workflow van een groot bedrijf? Lees dan dit blogartikel waarin Yusuke Okura en Hiro Nobat van het Japans bedrijf Semba de voordelen van realtime visualisatie op een rij zetten.