Osar kiest voor BIM met Vectorworks
Vijf jaar geleden speelde Osar architecten met het idee om over te schakelen op Archicad. Ze kochten vijf licenties aan, volgden een week les en gingen vervolgens aan de slag met een proefproject. Midden in hun ontwerpproces botsten ze daarbij op een probleem: ze moesten verschillende gevelvariaties voorzien in 2D en dat bleek in Archicad niet zo eenvoudig. Dus grepen de architecten terug naar Vectorworks. Moesten ze dan vanaf nu met twee pakketten gaan werken om hun ontwerp rond te krijgen? Natuurlijk niet. Alle voorgaande stappen die Osar had gezet, in 3D en met het oog op BIM, konden ook in Vectorworks worden doorlopen. Meer zelfs: in Vectorworks konden de architecten zowel hun 2D-schets als hun 3D-technisch model en hun uiteindelijke renders uitwerken. Ze konden meetstaten trekken en er waren al uitgebreide uitwisselingsmogelijkheden. Een kleine demonstratie later was Osar ervan overtuigd: zij kozen resoluut voor Vectorworks.
“Wij gebruiken Vectorworks in het begin van elk project vooral heel grafisch. Dat is een van de sterke kanten van de software,” weet ingenieur-architect Robin Allaer ons te vertellen. “Met de andere, meer technische tekenpakketten kun je grafisch gezien vaak niets presenteren. Terwijl dat je - zeker in het begin van een project - toch veel uitgebreide schema’s maakt die duidelijkheid moeten scheppen voor de verschillende partners rond de tafel. Met Vectorworks krijgen wij dat in een keer voor elkaar, zonder er een extra tekenpakket bij te halen.”
“Zeker in het begin moet je veel uitgebreide schema’s maken voor de verschillende partners. Met Vectorworks krijgen wij dat in een keer voor elkaar, zonder er een extra tekenpakket bij te halen. ”
Deze uitgebreide ontwerpmogelijkheden vanaf de eerste schets maken van Vectorworks het beste allroundpakket op de markt. Daar waar concurrenten vooral inzetten op BIM vanaf LOD 300 (Level Of Design), focust Vectorworks op het gehele ontwerpproces. Dit past perfect bij Osar, waar de architecten het project van schetsontwerp tot oplevering doorlopen. De eerste organisatorische schetsen zijn even belangrijk als de laatste uitwisseling met de aannemers. Net om deze samenwerking met derden vlot te doen verlopen, is het belangrijk dat je als ontwerper kunt terugschakelen van een LOD 300 naar een LOD 100, en dat niet alleen in 3D, maar ook in 2D.
Zodra het BIM-model volledig op punt staat, inclusief eventuele 2D-aanpassingen, kunnen de architecten alle nodige tekeningen - plannen, snedes, gevels, isometrische tekeningen… - hieruit genereren. Osar startte daar in 2013 al mee, bij de uitwerking van de Kinderpsychiatrie in Geel. De souplesse waarmee de gegevens uit hun ontwerp werden gehaald, moedigde de architecten aan om zich verder op BIM toe te leggen. Ze besloten ook bij Astor (een groots woonzorgproject voor ouderen) de nodige documentatie rechtstreeks uit hun 3D-model te halen: “We benoemden de 3D-tools overeenkomstig de IFC-export en haalden vervolgens een volledige meetstaat uit Vectorworks,” verduidelijkt Allaer. “Ik heb ook voor de eerste keer het digitale terreinmodel gebruikt om mijn grondverzet te berekenen.”
Vermijd dubbel werk met een gedeeld model
BIM draait natuurlijk niet enkel om het uitwerken van het 3D-model en het genereren van alle nodige gegevenstabellen, het gaat ook – en vooral – om de samenwerking tussen alle verschillende partijen binnen en buiten het ontwerpbureau. Binnen het bureau maakt Osar gebruik van Teamwerk om haar projecten meester te blijven. Vooral bij grote projecten, zoals deze in Geel, komt het gereedschap de architecten goed van pas. “Persoonlijk vind ik dat een heel interessante manier van werken: iedereen is altijd op de hoogte van waaraan jij aan het werken bent. Omdat je niet op elkaars lagen kunt werken, is het ook een soort van ingebouwde veiligheid die daar inzit. Veel dubbel werk wordt zo vermeden.”
Deze intensieve manier van samenwerken vraagt wel om een doordachte, gestroomlijnde aanpak van BIM-projecten. Te vroeg aan een 3D-model met LOD 300 beginnen, kan halverwege een project leiden tot zeer veel en repetitief werk bij het uitwerken van eventuele variaties. Te laat focussen op de andere partijen die met je 3D-model aan de slag moeten, zorgt dan weer voor zeer veel frustraties en dubbel werk. Zo werd de kinderpsychiatrie in Geel uiteindelijk volledig opnieuw in 3D uitgewerkt door de aannemer die voor deze unieke houtbouw de platen uit cross laminated timber moest voorzien.
“Ons technisch bureau is er vlot in geslaagd om ons Vectorworks-model in te laden in haar Revit-programma en heeft er de nodige kanalen en leidingen in 3D in kunnen tekenen.”
Bij de opstart van Astor werd er al iets dieper ingegaan op de noden van de verschillende bouwpartners voor het eigenlijk tekenen begon. Toch bleek ook hier niet alles even correct uitgewerkt: “Afhankelijk van het tekenpakket van de ingenieur of aannemer, lukt het wel of niet om op de gedeelde documenten voort te bouwen. Ons technisch bureau is erin geslaagd om ons Vectorworks-model in te laden in haar Revit-programma en heeft er de nodige kanalen, leidingen en dergelijke in 3D in kunnen tekenen. Maar de aannemer, die ook met Revit werkt, slaagde er dan weer niet in om onze eerste metingen te controleren. Het was twee keer Revit, twee keer hetzelfde IFC-model, maar andere tekenaars, een andere systematiek, en daar loopt het BIM-proces op vast.”
Deze doorgeefproblematiek is niet programmagebonden en helaas dus wijdverspreid. Nochtans is het vaak slechts een kwestie van de juiste afspraken maken voor je aan je ontwerp, en later ook je export, begint. Iedere speler heeft immers nood aan zeer specifieke informatie. Het grootste probleem met de IFC-exports is dat de verschillende ontwerpsoftwares vastlopen op de overdaad aan informatie: er worden gewoon te veel data doorgegeven. Om dit te voorkomen, stelt elk ontwerpteam best een BIM-manager aan, zo meent ook de werkgroep Cluster BIM (ondersteund door het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf en de Vlaamse Confederatie Bouw) in haar Belgische BIM-protocol. Deze persoon kan nagaan welke partij welke gegevens nodig heeft en of deze gegevens allemaal te exporteren zullen zijn. Dit zal in het begin soms om een aanpassing van tekenwijze vragen, maar uiteindelijk spaar je opnieuw zeer veel extra werk uit, wat toch de bedoeling blijft van BIM-werken.
Toekomstgericht ontwerpen dankzij een grondige voorbereiding
Het specialiseren in BIM en het integreren van de verschillende stappen in het uiteindelijke ontwerpproces wordt volgens Allaer alsmaar belangrijker in de sector. Het is iets waar iedere ontwerper zich in de toekomst op zal moeten toeleggen, anders geraak je achter: “Wat ik nu vooral merk, is dat het BIM-tekenen op een doorbraakmoment zit, maar dat er soms nog een rem op komt te zitten omdat niet alle partijen mee zijn. Als je niet mee bent, dan houd je de rest eigenlijk een beetje tegen. En uiteindelijk dus ook je eigen project.”
“Efficiënt samenwerken is vooral een kwestie van vooruit te denken. Zo vermijd je overbodig werk.”
Opnieuw draait het dus om samenwerking en het voorkomen van overbodig werk door vooruit te kijken. Vectorworks heeft deze boodschap goed begrepen en biedt jou als bouwkundig expert echt alle voordelen om tot het beste resultaat te komen, van schets tot BIM.