Snel werken met de methodes van het gereedschap
Elk gereedschap beschikt over meerdere methodes, terug te vinden in de methodebalk.
Met deze methodes kan een gereedschap op verschillende manieren objecten tekenen of aanpassen.
De verschillende methodes van een gereedschap zijn steeds onderverdeeld in secties, volgens de functie van de methodegroepen, samengevoegd in blokken.
Via de sneltoetsen U,I,O,P,^ en $ wissel je vlotter de actieve methode binnen de groep om zo sneller je bewerking uit te voeren.
Elke groep heeft zijn eigen sneltoets, steeds startend met de U. Door meerdere malen op de sneltoets te klikken wissel je van methode in de groep of open je een dialoogvenster met de instellingen van het gereedschap
Niet elk gereedschap beschikt over zes methodegroepen. Het kan dus bijvoorbeeld dat bij sommige gereedschappen enkel U en I van toepassing zijn.