Muren en muuraansluitingen in Vectorworks 2026

De muren en muuraansluitingen kennen heel wat veranderingen in Vectorworks 2026.
Door deze veranderingen kan het zijn dat muren anders gaan verschijnen bij het openen van een tekening, gemaakt in een oudere versie van Vectorworks, in Vectorworks 2026.
Hieronder vind je een overzicht van enkele veelvoorkomende weergave veranderingen:

Muur bestaat uit een egale kleur, de componenten zijn verdwenen

Vanaf Vectorworks 2026 zal de 2D weergave van de muur bepaald worden door de snijhoogte van deze muur. Daarom is het belangrijk dat muren een hoogte hebben en dat de snijlijn door de muur loopt. Afhankelijk van de instellingen van de muur kan je deze een hoogte geven op de volgende manier.

• Selecteer de muren en ga naar het infopalet. Geef hier de muur een hoogte, bijvoorbeeld 3m. Hier kan ook de snijhoogte aangepast worden.
• Indien de muren gekoppeld zijn aan de muurhoogte van de ontwerplaag kan je ook de hoogte snel aanpassen door bij de muurhoogte een waarde te geven. Bijvoorbeeld 3m. Hier kan ook de algemene snijhoogte ingesteld worden, indien de muur luistert naar de snijhoogte van de ontwerplaag.

Een muuraansluiting met een steense slag heeft een schuine lijn

De schuine lijn verschijnt wanneer een raam via een steense slag ingevoegd is in de muur via de klassieke muuraansluiting. Door de 2D snede aanpassingen van een muur is het niet zomaar mogelijk deze lijn te verwijderen.

Indien je toch wenst om geen schuine lijn te zien in de muuraansluiting, dan kan je overgaan tot het toepassen van de muuraansluiting van de muur. Meer info over het omzetten naar de nieuwe muuraansluiting kan je terugvinden in dit artikel.

De muur luistert niet naar de vulkleur van het kenmerkenpalet

Sinds Vectorworks 2026 heeft een muur zonder stijl ook minstens één component. Hierdoor zal een muur zonder stijl enkel luisteren naar de grafische kenmerken die ingegeven zijn in het component. Volg onderstaande stappen om een muur zonder stijl aan te passen.

• Selecteer de muur en klik op “Componenten” in het infopalet. Een dialoogvenster zal openen.
• Bewerk de component.
• Pas de grafische kenmerken van het component aan. Wil je op een gecontroleerde manier de grafische kenmerken beheren, dan is het aangeraden om een klasse te koppelen aan het component.